van duivels en kannibalen

Kijkt u wel eens voetbal? Indien u een Belg bent, waarschijnlijk wel. Indien u een Fransman bent, waarschijnlijk ook. En zit u wel eens aan de buis gekluisterd voor het wielrennen? Hier wederom: indien u een Belg bent waarschijnlijk wel, indien u een Fransman bent, waarschijnlijk ook. 

Ik ben een Belg wonende op een goeie vijftig kilometer van de Mont Ventoux in een land dat zich volop opmaakt voor dé Europese voetbalafspraak deze zomer... Dus ik kijk beide, forcément.

Nu ja, kijken is veel gezegd. Ik heb nog nooit een hele rit van in het begin uitgezeten en een match gun ik enkel een blik waardig als mijn land of gastland eraan te pas komt, of een landgenoot. Een grote supporter is er aan mij dus niet verloren gegaan, maar ik observeer op mijn beurt wel graag de toeschouwers.

Ik kom uit een wielrennersfamilie. Mijn grootvader kon hele zonovergoten juli-dagen voor de beeldbuis zitten, rolluiken toe en de kaart van Frankrijk op de schoot. Mijn andere grootouderpaar gaat graag langs de weg supporteren voor het minste geringste familielid dat het goed of minder goed doet "in de koers". Het geluid van de helikopters en motoren, het gezoem van de goedgeoliede kettingen en het zachte geruis van de banden op de weg. En de stem van Wuyts daartussenin. Namen als Virenque en Pantani. Het klinkt in mijn oren als een zomerse melodie van een stukje kindertijd.

Er komt me ook een familieweekend in de Ardennen voor de geest, iedereen op de bank net voor het vertrek naar huis, om toch nog te zien wie dit jaar Vlaanderens Mooiste binnenhaalt. (het doet helemaal niets ter zake maar ik herinner me plots ook spontaan diezelfde familie voor het televisiescherm van een ander huis in de Ardennen. Deze keer naarstig aan het speuren naar enige rook uit de schoorsteen van het pauselijke paleis, nadat Johannes Paulus dan toch nog was komen te gaan... En voor de rest keken wij geen tv, we hadden wel wat beters te doen... Drinken en eten en kajakken bijvoorbeeld. Maar de paus en de koers bleek niet te versmaden vertier.)

En dan heb ik ook nog familieleden die simpelweg op een recordtempo of met een doorsnee fiets zélf die Ventoux op razen. En een beste vriend die zowat de hele Provence aftuft op zijn stalen ros. En zelf vereerde ik maar wat graag het heldenstatus van de renners. Hun tranen (die écht zijn), hun euforie, hun afzien, hun gebruinde armen en hun geschoren benen. Ik had Tom Boonen halfnaakt in mijn kleerkast hangen en keek elke avond naar Vive le Vélo tijdens de Tour de France.

En toen kwam ik een voetbalfanaat tegen. Dat wist ik eerst nog niet maar toen ik het wist, was het al te laat: ik was al lang mijn hart verloren. 

Dus keek ik af en toe mee naar een wedstrijd. En kwamen er ándere herinneringen opborrelen. Met de broer en zus en neven in de tv-kamer, we vouwden vliegertjes en gooiden die naar het scherm om de tegenstander uit te schakelen. "Lierse, Lierse, Lierse kampioen, olimpiejee olimpiejaa olimpiejooooo, Lierse kampioen en teteretetede"! Geen idéé waarom we voor Lierse waren, maar het is me wel tot vandaag bijgebleven. Of op de speelplaats van de lagere school: "Anderlecht, superslecht, want de keeper staat niet recht. De bal op de grond en de keeper in de stront. De bal in het doel en de keeper op zijn smoel". Zo van die dingen. Direct een andere sfeer. Opgehitster. Feestelijker. Besmettelijk fanatiek.

Beelden defileerden in mijn hoofd van kotgenoten met wie ik naar het wereldkampioenschap ging kijken op groot scherm op het Sint-Baafsplein. Ik zag plots terug hoe we na een lange trektocht naar Compostela met drie vriendinnen uitgelaten wijntjes nipten en van terras naar terras de wereldbekerfinale volgden tussen Spanje en Nederland. Drie keer raden "voor wie we waren"? Ik herinnerde me ook dat ik altijd in het doel moest staan als ik aan het voetballen sloeg met mijn broer en neven. Tussen twee truien. Of twee klompen. En ik bedacht dat ik tijdens die zware matchen in de tuin een nieuw woord leerde: "hens". Later bleek dat "hands" te zijn.

En ik besefte dat beide sporten mij al leuke tijden hadden bezorgd. Zonder ooit zelf op een echte koersfiets te hebben gezeten of op een echt voetbalplein te hebben gestaan. Zonder sportief te zijn geweest tout court. En ook al vind ik dat wielrenners helden zijn en voetballers seuten en had ik ook een tekst kunnen schrijven over doping en hooliganisme, deze zomer ben ik met veel plezier duivel en kannibaal.

Populaire posts van deze blog

Lust

vrijheid blijheid

Stilstaan in een wervelwind