tsjoeke tsjoek

"De trein is altijd een beetje reizen", beweert de NMBS. Dat klopt als een bus. Hij brengt je van punt A naar punt B en dat komt geheel overeen met hoe Van Dale het woord "reizen" definieert: "het trekken van een plaats naar een andere". Spek voor de bek voor deze fan van het spoor. Maar de trein nemen is meer dan zich louter verplaatsen, het is ook dagdromen, (her)ontdekken, het avontuur tegemoet gaan en... reizen. Voor een kleindochter van een buschauffeur en ondernemer in een ooit zo florerend busbedrijf, is de trein geen evidentie. Reizen dan weer wel. 

Coca-Cola maakte een vijftiental jaar geleden een zeemzoete ietwat melancholische advertentie op televisie van een groepje vrienden (ik schat ze de studentenleeftijd) die na een feestje op een warme zomeravond op het nippertje de laatste trein halen. Uitgelaten en vrolijk lachend nemen ze plaats in een zo goed als lege wagon. Met gulzige slokken drinken ze van een flesje vol sprankelend donkerbruin suikerwater terwijl het pittoreske landschap en de ondergaande zon door het raampje voorbijglijden. Eén van de meisjes valt in slaap op de schoot van een vriend. Een andere makker ligt te knikkebollen tegen het venster. Beelden die tegen wil en dank (het gaat ten slotte om een reclamestunt voor Monsanto-rommel) in mijn geheugen zijn gegrift. Uiteraard niet omwille van de frisdrank, maar wel dankzij dat heerlijke gevoel dat eraan te pas kwam, een mengeling van opwinding, plezier, melancholie en vrijheid. En omwille van de trein, want dit filmpje zou niet half zo geslaagd zijn als het zich zou afspelen in een bus of auto.

Het is de trein die het hem deed. Net omdát een trein altijd een beetje reizen is. In mijn ontluikende puberhoofd zag ik mezelf ook al helemaal alleen met een hoopje vrienden de laatste trein nemen na een avondje stappen. Gewoon alleen de trein nemen tout court. Lekker zelfstandig en volwassen. Een beetje angstaanjagend, maar vooral heel opwindend en plezant. De wereld ligt aan je voeten, meer nog, hij schuift aan een rotsnelheid op de rails voorbij.

Het zal wel aan mijn belachelijke gevoel voor zelfappreciatie liggen, maar ik voel me altijd zeer volwassen en belangrijk als ik een trein neem. Alsof je beseft dat je deel uitmaakt van een geheel van continu bewegende mieren, dat je een wereldburger bent, een reiziger die tussen honderden soortgenoten zich van hot naar her laat voeren. De haast om op tijd te zijn, het rondstruinen in het station omdat je uren te vroeg bent aangekomen, een kijkje nemen in de krantenkiosk, een muffin of wafel kopen, vol ongeduld op het perron staan wachten, de trein instappen, plaatsje opzoeken, bagage opbergen, klaarzitten voor vertrek. Een heel ritueel waarvan ik zelden genoeg krijg. Enkel op de luchthaven vind ik iets wat in de buurt komt van diezelfde ietwat vreemde "transport-voldoening". 

De onophoudelijke film van huizen, velden, achtertuinen, koterijen, dorpen die je kent of waarvan je het bestaan nog niet wist, zet bovendien ook je hersenen op cruisecontrol. Net zoals je lichaam zich laat rijden, laat ook je hoofd zijn gedachten de vrije loop. Hou mij tegen of ik vergelijk op de trein zitten nog met mediteren. Maar ziehier dan ook het tweede luik van mijn liefde voor het spoor: naast een bescheiden euforie, wekt het ook een melancholische roes in me op... 

Níets heb ik nodig, voor een urendurende tgv-rit die ik toch al dikwijls eens pleeg te maken. Ik stap de tgv niet op zonder mijn boek, schriftje, pen, eten en drinken en smartphone, maar wanneer ik me vijf uur later terug op het perron bevind, heb ik hoogstens wat muziek beluisterd en een hapje gegeten. Muziek verzacht de zeden en versterkt het dagdromen, dat is algemeen geweten. En met een lege maag kan men niet functioneren, ook niet als het op mediteren aankomt. Ik toch niet, ik kan nog niet slápen met een lege maag, dus dan weet je het wel. Soit, op een enkele blik op mijn broodje of het schermpje van mijn gsm aka muziekspeler na, zit ik dus vijf uur lang naar buiten te kijken. En het verveelt me geen minuut (of toch niet al te veel minuten, want na vijf uur stilzitten is ook een die-hard spoorfan murw getreind). 

Dus toen ik onlangs weer op zo'n lange rit zat, op weg naar een heuglijke gebeurtenis, dacht ik terug aan de Coca-Cola-vrienden en de NMBS-slogan en was het weer van dattum: dromen, glimlachen, kijken, stukje eten, turen, enkel met de voet meedansen op de muziek. Met het hoofd in de wolken en de gedachten op oneindig dommelde ik in op de schoot van mijn lief. Tot ik plots werd wakker gemaakt door de kaartjesknipper. Trots presenteerde ik hem mijn "Carte Grand Voyageur" en toen bedacht  ik dat zelfs de commercieelste reclameboodschappen een droom en de werkelijkheid kunnen worden.

Populaire posts van deze blog

Lust

Stilstaan in een wervelwind

Vrede in tijden van oorlog